Hoogbegaafd

Hoogbegaafd, een feestje?

In 2007 kwam een grote groep hoogbegaafde mensen en experts bij elkaar op het symposium ‘Hoogbegaafd. Dat zie je zo!’ Aan de hand van praktijkvoorbeelden en eigen ervaringen kwamen zij tot de volgend definitie van hoogbegaafdheid:

‘Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker die complexe zaken aankan. Autonoom, gedreven en nieuwsgierig van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.’

In deze definitie komen verschillende onderdelen en kenmerken van hoogbegaafdheid bij elkaar. Het laat daarmee direct zien dat het niet gaat om een hoge intelligentie alleen, maar dat er allerlei andere factoren mee gemoeid zijn.

Helaas zijn er ook heel wat factoren die hoogbegaafde kinderen kunnen belemmeren waardoor ze niet voluit kunnen gaan en niet zichzelf kunnen zijn. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan vooroordelen en opgelegde verwachtingen van buitenaf of gebrek aan passende begeleiding in het onderwijs. Maar denk ook aan de valkuilen die verscholen liggen in de kenmerken van hoogbegaafdheid en het gevoel van anders zijn dat als eenzaamheid ervaren kan worden.

De positieve benadering van hoogbegaafdheid in bovenstaande definitie laat mogelijkheden zien, het straalt optimisme uit en werkt daarmee empowerend.

Hoe de verschillende begrippen in de definitie zich onderling tot elkaar verhouden, illustreert het Delphi model. Een voordeel van het model is dat het door hoogbegaafden zelf is opgesteld en daardoor op veel herkenning kan rekenen bij hoogbegaafden, zowel bij volwassenen als kinderen.

Ik gebruik het model zowel in mijn groepen als bij individuele begeleidingen om samen met het kind uit te pluizen hoe zijn of haar hoogbegaafdheid in elkaar zit. We nemen dan de brede definitie als uitgangspunt en maken die persoonlijk door te onderzoeken wat de begrippen in de definitie betekenen voor het kind zelf. Ook gebruiken we het model als een venster waardoor je kunt kijken naar je omgeving. Dit levert verrassende inzichten op.

 

 

Hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit

De hoge sensitiviteit waarvan gesproken wordt in het Delphi-model, wordt op een andere wijze ook genoemd in de Positieve Desintegratie Theorie van Kazimierz Dabrowski (1966). Hoogbegaafde mensen kunnen (over)gevoeligheden hebben op verschillende gebieden.  Deze ‘overexcitabilities’ worden omschreven als een hoger dan gemiddelde reactie op prikkels, door een verhoogde sensitiviteit van receptoren van het zenuwstelsel. Oftewel, als hoogbegaafde ben je anders bedraad. Het woordje ‘over’ in overexcitability of overgevoeligheid moet daarbij niet worden opgevat als een overbelasting, maar juist als een overvloed, als een grotere capaciteit om te reageren op prikkels. Een intense manier van waarnemen en ervaren.

“Intensity, in particular, must be understood as a qualitatively distinct
characteristic. It is not a matter of degree but of a different quality of experiencing: vivid, absorbing, penetrating, encompassing, complex, commanding-a way of being quiveringly alive” (Piechovski, Silverman)

Er zijn gevoeligheden in 5 verschillende gebieden, namelijk psychomotorische, zintuiglijke, intellectuele, beeldende en emotionele gevoeligheid.

Hoogbegaafd ben je vanaf je geboorte
Er is een grote erfelijke component mee gemoeid. Dat houdt in de praktijk in dat veel hoogbegaafde kinderen ook hoogbegaafde ouders en/of broertjes en zusjes hebben. Het is echter niet altijd zo. Hoogbegaafde kinderen zijn al vanaf hun geboorte anders in hun reacties en ontwikkeling. Rondom het derde levensjaar is het al goed mogelijk om door een gespecialiseerde psycholoog/orthopedagoog een ontwikkelingsvoorsprong te laten vaststellen via een onderzoek. Rondom het zevende levensjaar kan het IQ worden vastgesteld, hoewel deze op dat moment nog wel in ontwikkeling is.

Het IQ is een gangbare maat om de intelligentie te meten en geeft aan hoe het kind scoort op een intelligentietest, vergeleken met leeftijdsgenoten.
Een IQ score is echter niet betrouwbaar genoeg bevonden om te worden gebruikt als hard ‘bewijs’ voor de aanwezigheid van hoogbegaafdheid. Een IQ is niet uit te drukken in 1 getal en er kan dus feitelijk geen strikte grens getrokken worden bij een IQ score 130. Een IQ score hoger dan 130 is een indicatie voor een hoge intelligentie. Wordt er een lagere IQ score gemeten dan betekent dat niet dat er geen sprake van een hoge intelligentie is. Naast testgerelateerde aspecten zijn er ook tal van andere factoren die de hoogte van een testuitslag kunnen beïnvloeden. Denk hierbij aan vermoeidheid, ziekte, faalangst, perfectionisme, de aanwezigheid van reflexen of motorische problemen. Om hoogbegaafdheid vast te stellen, moeten ook de zijns-kenmerken worden meegenomen.

De ontwikkeling van het hoogbegaafde kind verloopt anders dan bij andere kinderen. Hoogbegaafde kinderen ervaren vaak al vroeg dat ze anders zijn dan leeftijdsgenootjes. Ze kunnen zich niet herkennen in andere kinderen. Dit kan belemmerend werken bij de ontwikkeling van een positief zelfbeeld.

Hoogbegaafdheid in het onderwijs
Het onderwijs is vaak nog niet afgestemd op het leren en zijn van hoogbegaafde kinderen. Veel scholen erkennen dit wel als probleem, maar hebben helaas niet de middelen en de specifieke kennis om het probleem aan te pakken.

Zowel kinderen als volwassenen worden belemmerd in hun ontwikkeling als er remmende factoren zijn. Hierdoor ontstaat een bore-out, burn-out of lichamelijke klachten. Voor ouders is het meestal niet belangrijk dat hun kind met uitzonderlijk prestaties opvalt. Voor de kinderen zelf kan het erg verwarrend zijn dat je weet wat je kan en wie je bent, maar het niet op school kunt laten zien. Door een goede begeleiding leren kinderen hoogbegaafdheid en de daaraan gekoppelde sensitiviteit integreren in hun leven.

Het gaat er uiteindelijk om dat het kind zich zo door het leven kan bewegen dat het een gelukkig hoogbegaafd en sensitief kind is. Een kind kan op die manier leren om zichzelf te kunnen en durven zijn en te laten zien wie hij of zij is. Dat is dan ook het doel van In Zee met HB.